In het dagelijks leven hoor ik het regelmatig: ‘je bent flink geweest’, ‘je bent een viezerik’, ‘jij dommerik’, ‘je bent een leugenaar’, ik ben u beu, …
Is daar dan iets mis mee? Het gaat niet enkel over het woordgebruik. Dit zijn aanvallen op kinderen hun zijn. En als je zo bent, dan kan je daar niks aan veranderen. Het zorgt voor een gevoel van schaamte. Dit heeft een negatief effect op het gevoel van eigenwaarde van onze kinderen, in hoe ze naar zichzelf kijken. Schaamte en sociale afwijzing wordt door onze hersenen op dezelfde manier verwerkt als fysieke pijn. Er zijn onderzoekers die veronderstellen dat kinderen schaamte opslaan als een traumatische gebeurtenis.
Hoe kunnen we het dan beter doen? Kinderen wijzen op hun gedrag (want daar kunnen ze iets aan veranderen!) en vooral ook benoemen welk gedrag je wel wil zien. Bijvoorbeeld: Ik wil dat je je modderschoenen uitdoet voor je binnen komt. Op het moment dat je kind met zijn modderschoenen binnenkomt, doet hij iets vuil (=gedrag), maar dat maakt hem nog geen vuilerik (want hij doet ongetwijfeld niet enkel vuile dingen, maar ook eens iets netjes).
Veel mensen zullen de neiging hebben om te zeggen: ‘Niet met je vuile schoenen binnen!’ Maar onze hersenen verstaan het woord ‘niet’ niet. Onze hersenen horen eigenlijk: ‘Met je vuile schoenen binnen!’ Net als ik zeg tegen jou: ‘Denk niet aan een roze olifant!’. Aan wat denk je dan? Juist, een roze olifant!
Maar zeker te onthouden: benoem vooral de dingen die goed gaan, benoem de stapjes of momenten waar al verbetering merkbaar is (=groeimindset). Zelfs al zijn het kleine stapjes waar verbetering te merken is, benoem het! Want waar je aandacht aan geeft, groeit. Waar je aandacht aan schenkt, daar krijg je meer van!
Het is oefenen, maar zeker de moeite waard! Want een positief zelfbeeld voor onze kinderen willen we toch allemaal? En ook ik maak wel eens een fout, we zijn allemaal mensen.
Natuurlijk zullen kinderen ook geconfronteerd worden met mensen die (dikwijls ongetwijfeld met de beste bedoelingen) schaamte gebruiken in de opvoeding. Daarom is het goed om kinderen het verschil uit te leggen tussen wie ze zijn (nooit een dommerik, luierik,…dan voel je schaamte) en wat ze doen (iedereen doet eens slimme dingen en domme dingen, brave dingen en stoute dingen,…). Dit kan al vanaf 4 à 5 jaar. Als kinderen merken dat je open staat om over schaamtegevoel te praten, zullen ze sneller naar je toekomen met schaamte-ervaringen en kan je als ouder deze bewerken.
Voor een kind is het belangrijk te horen (en te voelen) dat een ouder hem altijd graag ziet, ook als je je als ouder kwaad voelt om wat een kind gedaan heeft en je daarbij duidelijke en consequente grenzen stelt. Als ouder hou je onvoorwaardelijk van je kind, je houdt enkel niet van alles wat je kind doet. Dat is een fundamenteel verschil.
Dit alles is trouwens minstens even belangrijk om mee te nemen voor tieners. En ook voor volwassenen maakt dit een wereld van verschil.
Nog meer tips nodig omtrent zelfvertrouwen? Wil je graag werken aan het zelfvertrouwen van je kind of je eigen zelfvertrouwen? Ook daarvoor kan je bij mij terecht. Want natuurlijk draait het nog om veel meer dan ik in een blogbericht kan zetten. Vanzelfsprekend kan je ook voor andere vragen bij me terecht. Van harte welkom!
Daarnaast geef ik binnenkort onder andere volgende workshops (meer info: workshops):
– Zaterdag 25 januari 2020: infomoment over hoogsensitiviteit (er zijn nog enkele plekjes vrij!)
– In februari: ‘Omgaan met gevoelige/hoogsensitieve kinderen’
Iedere opvoeder is welkom: ouder, plusouder, pleegouder, grootouder, leerkracht, babysit, opvangouder,…)
– Vanaf februari een reeks workshops voor gevoelige kinderen